Een gezonde geest in een gezond lichaam

Regelmatige lichaamsbeweging bevordert de gezondheid en vermindert uitval door ziekte. Bedrijfssport is daarom een goede investering in je werknemers.

Tegenwoordig weet iedereen wel dat beweging goed is. In een rapport van de gezondheidsraad uit 2017 staat dat bewegen de kans op ziekte vermindert omdat het de risico’s verlaagt op ongezonde bloeddruk, insuline gevoeligheid, cardiovasculaire fitheid, lichaamsgewicht, vetmassa en buikvet. Verder ziet de raad dat intensieve intervaltraining, zoals bij (kick)boksen, beter is dan duurtraining voor de gezondheid, en intensieve intervaltraining verlaagt ook nog eens de toename in vetmassa (Gezondheidsraad 2017b). Liever boksen dan hardlopen dus. De Gezondheidsraad heeft de richtlijn opgesteld dat volwassenen minimaal 2.5 uur per week moeten bewegen (Gezondheidsraad 2017).  Uit dit minimum komt het halve uurtje per dag voort, wat voor veel volwassenen moeilijk haalbaar blijkt.

Mentale gezondheid

Beweging verbetert niet alleen de lichamelijke gezondheid,  ook de mentale gezondheid! Dit is belangrijk aangezien 13% van de totale ziekte wereldwijd bestaat uit mentale gezondheidsproblemen (WHO, 2004). In Nederland geven we relatief veel geld uit aan psychische zorg. Het CBS berekende dat er in 2011 wel 14 miljard euro naar psychische zorg ging. Dat is 21% van de 67 miljard euro die we dat jaar aan zorg uitgaven. In Nederland betalen we aanzienlijk meer dan in ons buurland Duitsland, waar slechts 11% van de zorgkosten naar psychische zorg ging (CBS, 2015).  Aangezien mentale stoornissen in verband worden gebracht met te weinig beweging (Dunn et al., 2001; Carless & Douglas, 2008; Goodwin, 2003), kunnen we deze kosten waarschijnlijk verminderen met méér beweging.

Well-being

Het effect van beweging is ook merkbaar aan de gemoedstoestand, oftewel het emotioneel welbevinden van gezonde mensen. Zo liet een studie onder Australische vrouwen zien dat beweging over een periode van 3 jaar de gemoedstoestand significant verbetert. Maar ook dat er bij een gebrek aan beweging een verslechtering wordt waargenomen (Ware et Sherbourne, 1992). Dit onderzoek geeft dat beweging belangrijk is voor hoe we ons dagelijks voelen. Het is als het ware een medicijn tegen een slecht humeur. Sterker nog, te weinig beweging vergroot de kans op depressie en angststoornissen.

Beweging voorkomt depressie en angst

Fysieke activiteit zorgt ervoor dat je minder kans hebt op een mentaal probleem (Farmer et al., 1988; Camacho et al., 1991; Mutrie, 2000). Dit is vooral duidelijk als het gaat om depressie en angststoornissen (Goodwin 2003; Saxena et al., 2005). Mensen die regelmatig minder bewegen hebben vaker last van angstklachten en depressie (Goodwin, 2003).

Over het algemeen bewegen mannen meer dan vrouwen en vrouwen zijn vatbaarder voor depressie en angststoornissen. Om het risico op deze aandoeningen te verlagen doet iedereen er goed aan om regelmatig meer te bewegen, met name vrouwen.  Voorkomen is beter dan genezen, maar beweging kan ook genezen, zo blijkt. 

Bewegen als behandeling

Lichaamsbeweging kan mentale aandoeningen grotendeels voorkomen (Saxena et al., 2005). Maar ook als behandeling is beweging effectief. Al jaren wordt bewegingstherapie bijvoorbeeld toegepast in de behandeling van depressie. Dus voor wie toch (al) last heeft van depressie of angststoornis, kan regelmatig bewegen de klachten verminderen. Dit komt niet alleen je privéleven maar ook je werk ten goede!

Deze tekst is geschreven door Jojanneke aan de hand van onderstaande literatuur.

Gebruikte literatuur:

  • Camacho, T. C., Roberts, R. E., Lazarus, N. B., Kaplan, G. A., & Cohen, R. D. (1991). Physical activity and depression: evidence from the Alameda County Study. American journal of epidemiology, 134(2), 220-231.
  • Carless, D., & Douglas, K. (2008). The role of sport and exercise in recovery from serious mental illness: two case studies. International Journal of Men’s Health, 7(2).
  • Centraal Bureau Statistiek (CBS) (2015). Relatief veel geld aan zorg voor psychische en gedragsstoornissen. Geraadpleegd via https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2015/49/relatief-veel-geld-aan-zorg-voor-psychische-en-gedragsstoornissen
  • Dunn, A. L., Trivedi, M. H., & O’Neal, H. A. (2001). Physical activity dose-response effects on outcomes of depression and anxiety. Medicine and Science in Sports and Exercise, 33 (Suppl.), 97.
  • Farmer, M. E., Locke, B. Z., Mościcki, E. K., Dannenberg, A. L., Larson, D. B., & Radloff, L. S. (1988). Physical activity and depressive symptoms: the NHANES I Epidemiologic Follow-up Study. American journal of epidemiology, 128(6), 1340-1351.
  • Gezondheidsraad (2017). Beweegrichtlijnen. Geraadpleegd via https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2017/08/22/beweegrichtlijnen-2017. 
  • Gezondheidsraad (2017b). Physical activity and risk of chronic diseases. Background document to Dutch Physical Activity Guidelines 2017. No. 2017/08B, The Hague
  • Goodwin, R. D. (2003). Association between physical activity and mental disorders among adults in the United States. Preventive Medicine, 36, 698 – 703
  • Mutrie, N. (2000). The relationship between physical activity and clinically defined depression. In S. J. H. Biddle, K. R. Fox, & S. H. Boutchner (Eds.), Physical activity and psychological well-being. London: Routledge
  • S. Saxena, M. Van Ommeren, K. C. Tang & T. P. Armstrong (2005) Mental health benefits of physical activity, Journal of Mental Health, 14:5, 445-451, DOI: 10.1080/09638230500270776
  • Ware, J. E. Jr., & Sherbourne, C. D. (1992). The MOS 36-item short-form health survey. Medical Care, 30, 473 – 483.
  • World Health Organization (2004a). Global strategy on diet, physical activity and health. Geneva: Author. http:// www.who.int/gb/ebwha/pdf_files/WHA57/A57_R17-en.pdf.